Zwemmen, daar houd ik wel van en wat zou het tof zijn om al zwemmend je vakantie te vieren – dus verplaatsen van A naar B met je eigen spullen mee. Kortom, swimpacking! Maar hoe en waar en zo?
Dus ging ik op zoek naar een ‘watergebied’ en laat Zweden nou veel water hebben..?! Maar is al het water geschikt voor swimpacking? Een lijstje met wensen ontstond; ik wil
- overzichtelijke afstanden om te overbruggen (zwemmend/lopend)
- goed in/uit het water kunnen komen
- voldoende mogelijkheid tot boodschappen doen (want anders te zwaar beladen)
- geschikt zwemwater, dus geen moerassig gebied of afgesloten water
..vind dat maar eens vanuit Nederland op google maps..
Ik moest een andere zoekmethode uitvogelen om een geschikt gebied te vinden. Wie willen er nog meer een plek met veel water en deze wensen.. gezinnen die gaan kanoën!
Met een handvol suggesties reisde ik af naar Zweden. In mijn rugzak zat mijn campinggear, harpoenduikvisunit en veel drybags. In mijn hoofd zaten vraagtekens. Grootste vraagteken: kon ik dit wel? In Nederland heb ik 1x een overnighter op een eiland gedaan, dat was met weinig spullen en in een meer dat ik kende. Nu had ik de ambitie om in Zweedse meren te zwemmen met veel meer spullen, weinig kennis van het gebied en wild te kamperen.
Na eindeloos gezoek op google, kaarten en websites uitspittende bleef ik telkens hangen bij het Strömsholmskanal. Het zag er overzichtelijk uit, het traject ging van noord naar zuid (stroomafwaarts, voor zover je er stroming zou zijn) over meren en door smalle kanaaldelen, er waren zonnige plaatjes van gezinnen in kano’s en kleine bootjes bij sluizen. Onderweg waren wat plaatsjes voor het inkopen van eten. Water kon ik wel uit de meren drinken/halen. Qua looks zag het er ‘do-able’ uit. Het enige vraagteken bleef of mijn rugzak met alle bagage wel op mijn harpoenduikvisunit paste – dat had ik niet uitgeprobeerd. Ofwel, het was de hoogste tijd om het avontuur aan te gaan!
Smedjebacken-Söderbärke
Op het strand, in de stromende regen heb ik mijn wetsuit aangetrokken, alles waterdicht ingepakt en op mijn harpoenduikvisunit gesjord. Ik sta klaar, trek de badmuts over mijn oren en kijk naar het zuiden. Die kant op.. toch? Maar waar moet ik eigenlijk op oriënteren als ik een meer oversteek? Aan de overkant is alles groen bos. Ik pak mijn mobiel weer uit mijn tas en kijk op de kaart. Ahaa, als ik mijn zwembril af doe zie ik een stipje in de verte wat een huisje is en daar rechts van is het bos iets hoger – daar mag ik op mikken. Mobiel weer in de tas, bril weer op het hoofd, paddles aan de handen en horloge gestart – ik ben op weg..
De eerste honderd meter kijk ik elke zwemslag onder mijn arm door: blijft mijn harpoenduikvisunit drijven, valt mijn dagdrybag er niet af? Hoe verder ik uit de kant kom, hoe meer wind er is en dus hoe meer golven.. ik voel de unit telkens schokjes geven, de wind duwt mijn harpoenduikvisunit naar achteren terwijl ik naar voren zwem – prima, nu weet ik dat ik ‘m nog steeds voort sleep.
Van te voren wist ik al dat ik niet alles zwemmend kon doen. Het gehele kanaal is 110KM lang en ik wil niet mijn schouders in puin zwemmen. Maar tja, alles ziet er veel te leuk uit om slechts een deel te doen. De noordelijke helft bestaat voornamelijk uit prachtige meren die met elkaar verbonden zijn en verder richting het zuiden zitten er steeds meer kanaalstukken tussen. Heel divers qua omgeving, dus wat te kiezen? Andere constatering was, is dat er weinig supermarkten/eetgelegenheden onderweg zijn. Dus om niet voor een week eten mee te nemen zou het fijn zijn om langere afstanden op een dag af te leggen. Conclusie, ik ga ook stukken hiken.
Na vier kilometer zwem ik naar de achtertuin van een huis dat dicht bij de weg ligt. Ergens anders kan ik niet uit het water want dat is allemaal moeras. Er is niemand thuis, dus dat scheelt een praatje. Snel draag ik mijn spullen over het net ingezaaide grasgazon naar de weg. Ik trek mijn wetsuit half uit, doe mijn trailschoenen aan, trek de raincover over mijn rugzak, neem de unit onder mijn arm en begin met hiken. Mijn badmuts houd ik op, dat ziet er vast gek uit maar het is wel lekker warm. De weg loopt langs het meer en er zijn weinig huizen. Het regent, maar dat maakt niet uit omdat ik toch al/nog nat ben. Maar met de donder en bliksem schuil ik toch even bij een huis waar de oprit vol staat met onkruid – hier is al een tijdje niemand geweest en tussen de glasscherven ga ik op de veranda zitten. Ik heb geen haast, dus ik zit hier prima.
De bui drijft over en ik vervolg mijn weg. Op de kaart heb ik gezien dat op het moment dat de gravelweg afbuigt naar de grote weg, ik weer het water in kan. Hier wandel ik naar de steiger, pak alles weer in om op de harpoenduikvisunit vast te sjorren en duik het water in (nah, ik loop rustig want het is een rotsige ondergrond). Oriënteren is nu iets gemakkelijker want ik mik op een klein uitstekend deel langs de kant (die bomen zijn veel groter dan verderop). Als ik die landtong gepasseerd ben, zie ik mijn einddoel liggen. De grote kerk van het plaatsje Söderbärke is zichtbaar en ik weet dat daar rechts van een strandje is – daar kan ik dus gemakkelijk aan wal komen. Bij het strandje zie ik een bankje onder de bomen en besluit me daar om te kleden en hike-klaar te maken. Vandaag zwem ik niet meer, dus kan ik mijn droge en warme kleren aan. Net als ik aan wal kom, begint het flink te regenen. Wetsuit uit, waterschoenen uit en dan toch maar even wachten tot het wat droger wordt want het komt met bakken uit de hemel en ik heb geen zin in natte kleren/rugzak. De bui drijft over en bij het bankje kleed ik mij verder om. Via de ICA, supermarkt, ga ik op zoek naar mijn overnachtingsplek van vandaag: een vindskydd (schuilhut). Op een prachtige plek aan het water vind ik de skydd en kan ik deze inrichten als overnachtingsplek. Ik ben er alleen en heb ruimte om alles uit te spreiden en te laten drogen.
Vindskydd – een kleiner gebouw voor het buitenleven dat tot doel heeft wandelaars een dak boven hun hoofd te bieden en bescherming te bieden tegen het weer in het algemeen. Vaak drie muren met een dak van hout of planken waarvan de vierde zijde open is. Sommige zijn zo gemaakt dat je er in kunt overnachten, andere alleen voor kortere pauzes. Vaak is er een vuurplek recht voor de open kant (vandaar de vuurlucht in de skydd). Deze schuilhutten liggen op de meest prachtige plekken met het beste uitzicht. Ze staan niet standaard op de kaart en dus moet je ze vinden via vage beschrijvingen.
Söderbärke – Fagersta
Het heeft vannacht enorm geregend en de plassen staan voor mijn ‘deur’. Nog steeds miezert het en moet ik dus in de skydd koken en ontbijten. Terwijl ik aan de koffie zit, zwemt er een bever voorbij.. wat een machtig groot beest is dat! Nu dan het inpakken en klaar maken voor het zwemmen. Het kost me werkelijk anderhalf uur voor ik daar klaar mee ben – routine zit er nog niet echt in. En tja een nat wetsuit aantrekken, kost veel tijd. Maar rond 9 uur trek ik mijn unit weer door het water. Na ruim een uur zwemmen, navigeer ik naar een steiger waar ook een krokodil en een zwaan aangemeerd zijn. Hier kan ik mooi uit het water stappen om te gaan hiken. Deze keer kleed ik mij helemaal om; gisteren had ik gehiked in een nat wetsuit maar dat heeft irritatie-plekken opgeleverd dus dat doen we niet meer voor lange stukken. Dit betekent een langere transitie-tijd per keer dat ik wissel, maar hé het is vakantie! Met dat in gedachte neem ik halverwege mijn hike plaats op een nat bankje voor mijn brunch. Het koude water en natte weer zorgt ervoor dat ik flink wat energie er doorheen jaag, dus ik ben hongerig. Ik haal de vetekakor, jam en pindakaas tevoorschijn. Mijn motto is om zo licht mogelijk te swimpacken, maar de pot pindakaas is hierop een uitzondering. En ook mijn boek (van papier) is hierop een uitzondering.
Bij een steiger heb ik een mooie plek gevonden om weer te water te gaan. Ik laat mijn rugzak op een bankje zakken en hoor een stem. Het is Katja in haar packraft – ze peddelt vandaag een stukje met mij mee. Ze komt op het juiste moment, want ik ga nu een lange oversteek maken met fikse zijwind, extra ogen zijn nu wel welkom. Maar eerst eten we op de kant een kanelbullar (goede energie-bom!) en praten over het weer. Het is niet de Zweedse zomer die ik voor ogen had; het is regenachtig en de zon heb ik nog maar amper gezien. Gelukkig is de temperatuur rond de 20 graden en het water is ook schappelijk met 18 graden.
De oversteek is best uitdagend; ik mag zijwind en golfjes met schuimkoppen trotseren. De wind komt uit het noorden en ik maak de oversteek aan de zuidkant van het meer.. de beste plek voor de meeste wind en de beste golfjes! Het blijkt dat mijn harpoenduikvisunit zwaar geladen is, want deze blijft stoïcijns in een redelijke rechte lijn achter mij drijven. Het is wel wat meer trekken aan de unit omdat deze een goede windvanger is.
Aan de overkant stappen we aan wal bij een huis met een enorme lap grond en een picknicktafel bij het water. Hier eten we onze tweede kanelbullar voor we afscheid van elkaar nemen. Ik ga te voet verder om in een boog om de stad Fagersta heen te hiken. Hier zijn meerdere sluizen en dan heeft het weinig zin om te zwemmen (telkens het water uit om om de sluizen heen te lopen). Het blijkt dat ik nog een lang stuk mag hiken om uiteindelijk bij een camping uit te komen.
Graag zou ik weer een skydd hebben, maar die zijn er hier niet. Wildkamperen wil ik niet doen omdat het weer instabiel is en er veel regen verwacht wordt. Dus ingecheckt bij de camping, mijn tarp + bivakzak klaar gelegd op een minder nat stukje veld en de avond doorgebracht in het service-gebouw (daar is het nu nog warm en droog voor ik nat en koud de nacht onder mijn tarp ga doorbrengen). Ik zie er tegenop om buiten te slapen. Met deze onvoorspelbare plensbuien zie ik mezelf al een waterstroompje die precies mijn bivakzak in sijpelt als ik slaap.. het valt allemaal mee en alleen mijn voeteind (die buiten mijn tarp steekt) is de volgende ochtend nat.
Fagersta – Kalvön
Vandaag vertrek ik hikend vanaf de camping naar het water, dus word het moment om mijn natte badpak en wetsuit aan te trekken nog even uitgesteld. Bij de waterkant prikt er een schraal zonnetje door de wolken – ik word er blij van, eindelijk is daar dan de ‘sol’ die warmte en licht geeft. De afgelopen dagen waren best wel grijs en grauw. Bovendien is er nu geen wind, dus het water is als een spiegel. Van treuzelen is nu geen sprake en ik wurm mij snel in mijn wetsuit om hiervan te genieten.
Om een mooie etappe-indeling te maken, zwem ik eerst drie kwartier om alweer de kant op de klimmen voor een stuk hiken. Dit is een leuk stuk route over gravelpad en kleinere paadjes. Na een klein uur plons ik er weer in om stroomafwaarts te dobberen door het smallere stuk bij een dorpje. Het is voor het eerst dat ik merk dat er een klein beetje stroming is. Na het dorp kom ik op een groter meer waarbij ik echt een stuk afsnij als ik rechtstreeks op een eiland afkoers als dat ik de kant volg. Ik pak twee Riesen (de Duitse variant op de Chokotoff) en zet die in mijn kiezen vast. Om mij heen kijkend bepaal ik mijn koers, met als extra hulpmiddel de zon! Mijn hoofd gaat in het water en ik begin te zwemmen. Onderweg spiek ik heel af en toe of ik nog op koers lig en verder doe ik niets anders dan mijn armen overhalen en lange slagen maken. In een redelijk rechte lijn (volgens mijn Garmin achteraf) kom ik bij het eerste eiland aan. Vanaf daar weer wat andere eilanden schampen om weer met de stroom door een smaller stuk te dobberen.
Eindbestemming vandaag is Ängelsberg en dat is te ver zwemmen; dus speur ik langs de kant naar een steiger/huisje/bootje om uit te stappen. Hikend vervolg ik mijn weg naar Ängelsberg; hier is een buitenmuseum van de mijnwerken waar ik een rondje wil maken.
Het is halverwege de middag en het is warempel best lekker weer. Hier in de buurt wil ik overnachten; er zijn twee opties, een hostel en een vindskydd op een eiland. Maar eerst plof ik op een terras neer voor een koffie met een stuk choco-kokostaart, bomvol calorieën. Het hostel blijkt volgeboekt, dus mag ik na deze heerlijk stop de laatste etappe zwemmend afleggen om bij het eiland Kalvön te komen.
Het eiland is groot en ik heb geen idee waar de skydd is; dus mijn strategie is om de kortste oversteek te maken en dan ergens aan wal gaan om hikend te verkennen. De oversteek was korter dan gedacht maar het eiland was ook begroeider dan bedacht. Ik leg mijn harpoenduikvisunit op de kant en ga op zoek naar een paadje of een andere aanwijzing van menselijk aanwezigheid. Ik kom niet gemakkelijk door de bossages en besluit terug te gaan. Nu ben ik aan de schaduw- + wallekant van het eiland; de Zweden kennende, staat die skydd op een plek met het meest prachtige weidse blik over het water en dat is aan de andere kant. Dus ik leg mijn unit weer in het water en begin om het eiland heen te zwemmen, ondertussen loerend naar iets dat op een skydd lijkt. En jawel, aan de andere kant bij een idyllisch inhammetje ligt de mooiste vindskydd van de hele week in de avondzon op mij te wachten. Het is een geweldige plek en er is zelfs een TC (compost toilet). Bij de avondzon gooi ik mijn rugzak leeg en laat ik alles drogen, want vanochtend was ik niet droog vertrokken.
Kalvön – Seglingsberg
’s Ochtends stuiter ik nog steeds dat ik zo’n fantastisch plekje heb. Ondanks dat, heb ik binnen no time mijn spullen gepakt en lig ik in het water. Ik mag twee eilanden schampen en dan naar het zuiden draaien om naar het dorp Visbro te zwemmen. Nog niet net onderweg of er komt mist opzetten en wel heel snel. Ik neem de risico’s door in mijn hoofd; wat als het echt dicht trekt, hoe kan ik dan navigeren? Op dat moment ben ik al precies tussen de eilanden in, dus ik zwem door. Het zicht wordt slechter maar ik kan het eiland blijven zien. Als ik daar aankom, ga ik zitten op een rots. Op mijn mobiel check ik nogmaals mijn route. Nu naar de kant zwemmen levert me enorm veel meer meters op en de afstand naar het volgende eiland is een stuk korter. Ik neem de gok en navigeer mezelf op het rechterpunt van eiland. Mocht er geen zicht meer zijn, dan weet ik dat er links van mij het eiland zit maar, belangrijker nog, links van mij is het vasteland te vinden – het ligt als het ware als een fuik voor mij. Ik heb geluk, want de mist wordt niet erger.
Ondertussen ben ik uit mijn ritme; ik ben al een paar keer gestopt om me met mijn mobiel te oriënteren (dat betekent zwemmen naar ondiep stuk, stoppen, paddles uit, brilletje af, dag-drybag openen, mobiel aan zwengelen, omgeving bestuderen en vice versa). En op de een of andere manier blijf ik dat nu doen terwijl de route niet eens zo moeilijk is, maar ik kan deze maar niet onthouden. De 10KM die ik vandaag zwem worden er niet veel sneller van, het zij zo. In Visbro stap ik net voor de sluis uit het water en kleed me helemaal om, inclusief regenpak. De dag begon met mist maar die ging over in grijs, grauw weer en miezer.
Via de ICA vervolg ik hikend de weg naar mijn volgende vindskydd. De miezer wordt regen en de regen worden plensbuien. Ik schuil weer bij een leegstaand huis maar merk in het uur daarna dat alle weerapps weer geen goede voorspellingen kunnen geven. De capuchon trek ik over mijn hoofd, want wachten op een droog moment heeft geen zin; flierefluitend ga ik verder, want het blijft vakantie… Als ik bijna bij de eindbestemming ben, hoor ik het geraas van het Kraftwerk (energie-centrale) al in de verte. Ik hoop maar dat ik dat geraas niet de hele nacht hoor. Ook nu heb ik de skydd voor mijzelf – ik hang mijn spullen uit en ben blij dat alle regenspullen/drybags goed hun werk doen. Met al die nattigheid valt er (voor mij) jammer genoeg geen fikkie te stoken, dat zou de droogtijd namelijk wel verkorten en wat aangename warmte geven.
Om niet teveel af te koelen trek ik tijdens het koken mijn bivakzak vast aan. Het blijft regenen en inmiddels krijg ik via de socials door dat storm Hans het zuiden van Zweden en Noorwegen teistert. Ik lees nog wat in mijn boek en merk dat ik af en toe wordt bijgelicht door bliksem – kort daarna begint het gerommel en hoor ik de bomen flink ruisen in de wind. Het is lastig inslapen met dat slechte weer; ik zet een muziekje op ter afleiding. De hele nacht blijft het spoken, maar ik lig heerlijk in mijn skydd.
Seglingsberg – Surahammar
De volgende ochtend is het een rommeltje (afgewaaide takken – modderig water) en de stroming is toegenomen in het kanaal. Extra opletten, in de meren dronk ik het water maar dat is voor mijn gevoel nu niet verstandig. Bij het ontbijt kook ik extra water om een goed gehydrateerde start van de dag te maken. Ik vertrek zwemmend door een smal stuk van het kanaal aansluitend op het Kraftwerk – hier merk ik de stroming aanzienlijk, vooral bij het ondiepe deel waar ik af en toe nipt over de rotsblokken heen schaaf. Het water is kouder maar zolang ik blijf zwemmen, blijf ik warm. Bij de grote plas moet ik aan de westkant blijven en schommel flink door de zuid-oosten wind. Hard zwem ik door, want door die wind is het nog een stuk kouder en ik ben dan ook blij als ik weer bij de beschutting van het smallere deel ben. Vandaag nog één keer een plas oversteken en dan zwem ik ruim anderhalve kilometer door een smal kanaal met beste stroming.
Bij de sluis van Ramnäs kom ik uit het water. Inmiddels is de hemel donker en hoor ik in de verte gerommel – mooi moment om op te stoppen met zwemmen. Vandaag heb ik lang gezwommen en ik kruip dan ook stram en koud op de steiger. Snel probeer ik mij om te kleden in de regen, maar met de verstijfde vingers gaat het niet zo gemakkelijk.
De pizzeria in het dorp is net geopend – ik stap naar binnen met mijn natte spullen en bestel een kop koffie. Heerlijk om even bij te komen, op te warmen en te zitten in een stoel. Ondertussen leg ik mijn powerbank aan het stroom en bestudeer het menu. Een hamburger met frieten heb ik wel verdiend, dus eet ik warme lunch. Omdat ik weet dat ik de weerapps niet hoef te geloven, kijk ik er inmiddels niet meer naar. Het is buiten donker genoeg om te weten dat er buien aan komen dus ga ik verder in mijn regenpak. Binnen een kilometer gaat mijn regenpak uit, een kilometer later stap ik in t-shirt en korte broek rond en veeg het zweet van mijn voorhoofd. Vandaag hike ik naar het campingbadet van Surahammar; dat klinkt alsof daar gekampeerd kan worden. In de buurt van Surahammar is verder geen overnachtingsmogelijkheid en het liefst slaap ik bij beschutting vanwege het slechte weer.
Halverwege de middag kom ik bij het campingbadet aan, het is druk met een groep jongeren maar de kiosk is gesloten. Ik neem plaats op het terras en bedenk wat ik ga doen – alles ziet er hier dicht uit en er is geen accurate informatie online te vinden. Maar er is hier wel een mooi overdekt terras, dus wellicht kan ik hier heel stilletjes blijven hangen en vanavond overdekt slapen. Ik zetel mij op het terras, leg mijn spullen te drogen in het schaarse zonnetje en lees mijn boek. Plots komt er toch leven in de brouwerij – drie mannen van de kiosk arriveren en gooien de boel deels open. Ik pak mijn rugzak in want ik heb er wel een rommeltje van gemaakt. Het blijkt dat de mannen de kiosk gaan opruimen en winterklaar maken – wat? Inderdaad het is nog niet eens half augustus maar de Zweedse zomerweken zijn voorbij; dat betekent dat veel zomercafé’s, campings andere openingstijden hebben of zelfs helemaal dicht gaan. Halverwege de avond hike ik toch maar verder; het voelt niet goed om hier te blijven hangen. Nog geen kilometer verder is een natuurreservaat en daarnaast ligt een voetbalveld. En daar zie ik prachtige dug-outs.. dat is een droge plek voor vannacht – zowel de ondergrond als ook deels voor de regen/onweer van boven.
Surahammar-Hallstahammar
Het is een korte nacht – ik word gek van de muggen, die ondanks het anti-muggenspul toch doodleuk op mijn gezicht gaan zitten. Ze zijn niet alleen tot laat in de lucht; bij zonsopgang melden ze zich weer. Een snelle blik op de weerapp doet mij mijn spullen pakken en weggaan – er komt regen aan en het is fijn om mijn spullen droog in de rugzak te stoppen. Vandaag moet ik eerst op zoek naar water voor mijn ontbijt. Ik ga het voetbalveld af en daar is een mooie veranda met waterkraan bij de kleedkamers – perfecte plek om te koken want het is inmiddels gaan miezeren. Na mijn ontbijt blijf ik hangen – maar uiteraard klopt er niets van de weerapps. Dus besluit ik mijn regenjas aan te trekken en mijn regenbroek in de buurt te houden als ik op pad ga. Ik ben nog geen 500 meter onderweg of het begint toch te plenzen, niet normaal. Snel ga ik onder een boom wachten, maar daar houd ik het niet lang droog. Toch maar rugzak open en regenbroek aan en verder met wachten. Mijn harpoenvisduikunit staat nonchalant tegen mijn been en ik besluit om deze op mijn hoofd te zetten – daar heeft deze meer nut. Het blijft grijs en het regent onverminderd hard door, dus hike ik verder met mijn unit op mijn hoofd. Nu voel ik geen regen in mijn gezicht en dus is het net of het veel minder nat is.
Vandaag heb ik een alternatief plan; omdat ik het gisteren zo koud heb gehad en er al snel een groot meer komt, besluit ik om meteen een lang deel te hiken. Mijn regenpak kan ik de hele tijd aanhouden, af en toe zet ik mijn unit weer op mijn hoofd of schuil ik op een veranda van een huis waar niemand thuis is. Het is zulk slecht weer dat ik een volgend alternatief plan aan het smeden ben. Eigenlijk wil ik bij de sluis van Ålsätra (halverwege mijn etappe), starten met zwemmen. Maar daar is ook een vindskydd, dus wil ik daarheen om de handdoek voor vandaag in de ring te gooien. Het is niet altijd even duidelijk waar de skydd zich bevindt, dus ook nu moet ik zoeken.. en jawel, ik vind deze aan de andere kant van het water.. en jawel, dat blijkt een eiland te zijn.. zucht.. Ik heb juist geen zin om me om te moeten kleden om te zwemmen, dus is de skydd geen optie.
Dan kan ik net zo goed mijn weg vervolgen. In de stromende regen kleed ik mij om en spring het water in. Het water is vrij smal en de stroming is lekker; voor ik het weet ben ik bij de volgende sluis. Hier mag ik mijn spullen een kleine kilometer langs drie sluizen sjouwen om er daarna weer te water te gaan. Ik zwem nog een klein stuk om bij de vierde sluis definitief de kant op te klimmen om naar de camping te gaan. Vandaag heb ik het koud gehad en ben wel toe aan warmte en een plek om spullen te drogen. Op de camping kan ik een stuga (hut) met verwarming boeken en er is een sauna – ik ben helemaal blij!
Hallstahammar-Strömsholm
Dit is de laatste dag van mijn swimpacking avontuur. Bij het opstaan heb ik dikke ogen, tja dat krijg je als je met de verwarming aan slaapt. Maar wat was het heerlijk om een warm onderkomen te hebben. De dag begint met een piepklein zonnetje dus ik ben in de zevende hemel – zou ik dit natte avontuur dan droog beëindigen? Een korte hike brengt mij aan de waterkant. Ik bestudeer het water goed – de stroming is aanzienlijk toegenomen. De Kraftwerken werken op volle toeren om de regen van storm Hans te verwerken. Er is aangegeven dat recreëren op het Strömsholmskanal op eigen verantwoording is. Het aanzwemstuk bij de volgende sluis, ofwel de volgende energiecentrale, is breed en aan de kant van de sluis kan ik daarvoor al gemakkelijk naar de kant komen. Ik heb er vertrouwen in en ga te water.
Na de sluis zit er nog meer vaart in het water en zwem ik in rap tempo naar Kolbäck. In het dorp wil ik uitstappen bij de steiger van een hotel; ik moet hard uit de stroomversnelling naar rustiger water zwemmen en bijna mis ik de steiger. Het water is nog meer gestegen en de stroom nog meer toegenomen; de boeien, die het vaardeel aangegeven, zijn bijna niet meer te zien.
Mijn spullen pak ik weer in de rugzak om voor de laatste keer te hiken naar Strömsholm. Onderweg loop ik nog langs een ander Kraftwerk en zie al dat ik daar echt niet had willen zwemmen – enorm veel stroming. Onderweg drink ik mijn warme chocomelk, het is nog steeds koud en nat.
Voor ik de laatste keer het kanaal in ga, neem ik een kijkje bij het koninklijk paleis van Strömsholm. Maar door de regen ben ik ook weer snel weg. Op een steiger wurm ik mij in mijn natte wetsuit, sjor de spanbanden aan op mijn unit en laat mij in het water zakken. Het laatste deel van het kanaal heeft geen stroming en er liggen veel takken en blaadjes in het water. Langzaam komt de laatste sluis dichterbij; het is nummer 26 van het kanaal. Hier eindigt mijn swimpacking-avontuur. De sluiswachter staat op de kant, een jonge knul die nieuwsgierig is wat ik aan het doen ben. In de regen maken we een praatje; hij houdt het kort, het is te slecht weer om lang te kletsen..
Wat trok ik achter mij aan?
- harpoenduikvisunit
- rugzak (65L) gevuld met campinggear, eten en droge kleding
- mijn dagdrybag gevuld met lunch, thermosje thee, muggenspul en mobiel (deze kon ik gemakkelijk onderweg openen)
Wat had ik mee (paklijst):
- bivakzak, slaapzak, matje, lakenzak, tarp, 1x wandelstok
- brander, brandstof, pannetje 1L
- korte legging, wijde lange broek, thermoshirt strak, thermoshirt los, donsjasje, regenjas, regenbroek, 2x onderbroek, top, 1x sokken en trailschoenen
- bril, lenzenspul, zonnebrand, aftersun, lippenbalsem, zinkzalf (aangeschaft vanwege irritatieplekken)
- powerbank, mobiel, smartwatch en alle oplaadkabels
- lucifers, mok, spork, kleine thermos voor koffie/chocomel, grote thermos voor thee
- wetsuit, badpak, badmuts, zwembril, paddles, waterschoentjes
- harpoenduikvisunit, rugzak 65L (met raincover)
- drybag 109L (voor rugzak), 3x kleine drybag voor kleding+slaapspullen, 1x 25L drybag voor mijn bijdehand-tasje, heel veel kleine plastic zakjes, 2x lange sjorband, 2x korte sjorband
- en een boek..
Gemiddeld had ik mij bij aan eten/drinken:
koffie/thee/chocomel, 2x avondeten, zak vetekakor (ronde zweedse broodjes), jam, pindakaas, zak noten, zak Riesen, tomaat en wortel
Mijn allerfijnste hulpmiddelen onderweg:
- de app min karta (elke pad, huis, hoogtemeter en landschapskenmerk staat hierop) perfect om uit te vinden of je ergens aan land kunt
- google maps voor het vinden van supermarkten en campings
- paddles, om het gevoel te hebben dat je vooruit komt
Waardeloos:
- de weerapps, voorspellingen over het weer tijdens storm Hans kwamen nooit uit..
- nat wetsuit aantrekken
Feiten Strömsholmskanal:
- 11 mijl lang (de Scandinavische mijl is 10KM, dus 110km) van het Dala-gebergte tot de Mälar-vallei in het zuiden https://en.wikipedia.org/wiki/Scandinavian_mile
- 100m drop die verwerkt worden door 26 sluizen
- het kanaal loopt dwars door het Ekomuseum Bergslagen, dat is een gebied dat wordt gekenmerkt door honderden jaren ijzerproductie. Ooit was het landschap vol met mijnen, hutterreinen en smederijen en werd er de basis gelegd voor de moderne staalindustrie. Het kanaal is dan gemaakt om gebruikt te worden voor de mijnbouw. Eindproducten van de fabrieken in de buurt van het kanaal werden verscheept naar Väster*as en Stockholm en verder voor export.
- in 1774 werd het traject van het kanaal in kaart gebracht, in 1776 werd het bedrijf Strömsholms Slusswerk opgericht. De aanleg begon in 1777 en in 1795 was het volledig voltooid. Met de opkomst van het spoor en het wegverkeer verloor het kanaal zijn belang. In 1940 werd er nog maar minimaal gebruik van gemaakt en stond sluiting ter discussie. Men zag in dat het kanaal waardevol voor het recreatief verkeer kon zijn en het kanaal werd tussen 1963 en 1970 weer gerenoveerd.
Statistieken van mijn multisporten:
Totaal: 126.82KM, 35:12 uur
Smedjebacken – Söderbärke 13.66KM, 4:00 uur; 96hm
zwem – 3929m, 1:34 uur; hike – 4.62km, 56 min; zwem – 2150m, 51 min; hike – 4.97km, 37 min
Söderbärke – Fagersta 21.98KM, 5:42 uur; 177hm
zwem – 2932m, 1:14 uur; hike – 5.06km, 1:01 uur; zwem – 2953m, 1:14 uur; hike – 11.04km, 2:11 uur
Fagersta – Kalvön 20.48km, 6:06 uur, 145hm
hike – 1.4km, 18 min; zwem – 1815m, 45 min; hike – 4.32km, 56 min; zwem – 4692m, 1:49 uur; hike – 6.32km, 1:23 uur; zwem – 754m, 18 min; hike – 0.41km, 10 min; zwem – 849m, 23 min
Kalvön – Seglingsberg 21.28KM, 6:17 uur, 84hm
zwem – 10076m, 4:00 uur; hike – 11.2km, 2:17 uur
Seglingsberg – Surahammer 15.93km, 4:40 uur, 166hm
zwem – 6994m, 2:41 uur; hike – 8.94km, 1:58 uur
Surahammer – Hallstahammar 17.41km, 4:16 uur, 95hm
hike – 12.4km, 2:41 uur; zwem – 1991m, 38 min; hike – 1.75km, 24 min; zwem – 855m, 20 min; hike – 0.41km, 12 min
Hallstahammar – Strömsholm 16.08km, 3:51 uur
hike – 2.71km, 36 min; zwem – 821m, 17 min; hike – 0.13km, 4 min; zwem – 3133m, 49 min; hike – 8.62km, 1:46 uur; zwem – 667m, 16 min
In het kort:
Ik heb gezwommen over grote meren en door smalle kanalen. Daarbij heb ik die meren overgestoken, genavigeerd langs de kant, op eilanden gemikt, tussen boeien en door waterplanten gezwommen. Er was soms stroming, soms veel stroming maar meestal geen stroming. Onderweg ben ik schuimkopjes tegen gekomen en spiegelgladde oppervlakten. De wind zat soms mee en soms tegen. De muggen waren er óf in grote getale óf helemaal niet. Ik heb regen gehad, kleine zon en storm met onweer. Soms lag ik te bibberen in het water en later op de dag zweette ik tijdens het hiken. Om mij heen heb ik bos gehad, heide, moeras, boerenland en kwam ik door zowel gehuchtjes als door steden. ’s Nachts sliep ik in het wild, in een vindskydd, op een camping onder mijn tarp en een keer in een stuga.
Één reactie op “Swimpacking Strömsholmskanal”
[…] toch in elkaar: de O-Ringen doen en een swimpacking-avontuur aangaan (zie mijn vorige blog). De tickets werden geboekt en half juli ging ik op weg naar Åre, […]