Fiets gestald, rugzak gepakt en ik word naar de start van het lopen gebracht – deze is in het midden van Cumberland. Het loopparkoers is gemakkelijk te volgen; ik volg de GAP, de Great Allegheny Passage.
Het is begin van de middag en behoorlijk warm en ik ga met een extra flesje cola in de hand op weg. Ik loop de stad uit en de natuur in. De GAP ligt langs/op een oude spoorlijn en dus behoorlijk rechtlijnig en geleidelijk in hoogteverschillen. Vanmiddag hike ik langs een toeristisch gedeelte van de spoorlijn en maak ik hoogtemeters. Het is wel even wennen – ik ga stukken langzamer dan op de fiets dus mijn omgeving “schiet niet op” en ik heb het warm want tja, van rijwind is nu geen sprake. In de buurt van Cumberland heb ik nog wandelaars gezien maar een paar kilometer verder zie ik soms een fietser.
Langzaam slingert het pad omhoog en af en toe heb ik een vergezicht op een vallei en op donkere wolken – zo te zien en te horen gaat er gegarandeerd een bui vallen. Deze donkere wolken komen steeds dichterbij en soms is er een lichtflits; de regen is nu echt dichtbij en ik pak vast mijn regenjas. Langzaamaan draait het pad naar rechts en in de verte zie ik een tunnel, ondertussen voel ik de eerste druppels.. zou ik het redden? 100 meter voor de tunnel staat een bord: verboden toegang als er een trein in de tunnel is; oeps het regent nu echt én er is een trein in de tunnel…
De stoomtrein maakt een hels kabaal en het stinkt enorm in de tunnel, maar hé ik sta wel (illegaal) droog. Het regent wat langer dan gedacht en er sluiten fietsers aan op deze droge plek. Wel handig, ik krijg grofweg te horen wat ik kan verwachten op de GAP in de komende dagen. Ondertussen ben ik half way naar Frostburg – het lopen kost moeite, mijn voetzolen protesteren en de eerste blaren vormen zich al op de bal van mijn voet. Reden nummer twee om door te lopen naar onderdak. Reden nummer één had ik gevonden in de paniek van een gezin toen zij een slang op het pad vonden.. Vanavond ga ik niet in mijn bivvy slapen.
‘s Avonds kom ik na 25km bij Frostburg, om het dorp in te gaan moet ik een flinke heuvel omhoog, het lukt mij bijna niet vanwege de blaren. Gelukkig ligt er een hostel halverwege de heuvel. Ik besluit daar onderdak te vragen. Het blijkt dat ik de enige ben op de slaapzaal – wel zo fijn dat ik niet hoef uit te leggen waarom ik strompel.. ondertussen heb ik de onderkant van mijn voeten al bekeken, dat ziet er niet best uit. Veel meer dan mijn blaren leeg laten lopen kan ik niet doen; ik heb niets bij mij want ik heb nooit blaren bij het hiken (zeg nooit nooit!).
Na mijn uiterst langzame douche zet ik mijn rugzak op z’n kop en bestudeer de inhoud en ik besluit dat ik genoeg te eten heb voor vanavond – morgen zien we wel weer verder.
Wedstrijddag veertien
Mijn horloge bliept al vroeg in de ochtend – het is nog donker buiten. Kreunend en steunend duw ik mezelf tot zit en dan is het moment van de waarheid: voeten op de grond zetten en opstaan. Help – dat is absoluut niet fijn! Ik trek mijn compressiekousen, mijn warme kleren aan en zet mijn hoofdlamp op. Vandaag moet ik eerst hogerop de heuvel naar de 24-7-shop voor ontbijt en eten voor onderweg. Alles gaat langzaam, het aankleden, het wandelen, het eten, mijn rugzak pakken maar ik red het nog om voor zonsopgang de deur uit te zijn – ik kan er in ieder geval een lange dag van maken, maar eerst nog heuvelaf naar de GAP (auw).
Het mooie van zo vroeg vertrekken is, is dat je het eerste deel van de dag voor je gevoel kado krijgt – het is prachtig om de omgeving te zien en horen ontwaken. Hardop bedank ik een roofvogel omdat hij vlak voor mijn neus opvliegt. Ik roep “oh”en “ah” voor het prachtige kleurenspel van de zonsopgang. Tegen de tijd dat het tien uur is, heb je er al flink wat uren opzitten maar begint de dag/routine voor je gevoel pas. Althans, zo werkt het voor mij.
Vandaag heb ik mooie punten in het verschiet – binnen een paar uur sta ik op de Mason & Dixonlijn, de markering van de grens tussen Maryland en Pennsylvania. Een uurtje later heb ik een prachtig vergezicht en moet ik er even bij gaan zitten om mij goed te kunnen vergapen (en om het gewicht van mijn pijnlijke voeten te halen). Tweehonderd meter verder ga ik door de kilometer lange Big Savage tunnel met een perfecte echo-o-oooo voor het zingen van Doe Maar-liedjes (je moet toch wat).
En weer een uur verder ben ik op het hoogste punt van de Gap; hier kruis ik de Eastern Continental Divide. Ik pak weer een bankje, want ik wil even wegzinken in mijn herinneringen aan mijn Great Divide avontuur van, alweer, te lang geleden. Vanaf nu gaat het alleen nog maar bergafwaarts. Niet dat ik er veel van merk, het stijgings-/dalingspercentage is minimaal. Bergafwaarts gaat het ook met mijn voetzolen – in de winkel in Frostburg kon ik niets vinden om mijn blaren te behandelen dus is mijn beleid doorprikken en doorbijten.
Rond het middaguur kom ik bij de ijzeren spoorbrug, de Bollman Bridge – een van de allerlaatste ijzeren bruggen in de US. De spoorbruggen blijven imposant, toch wel een knap staaltje werk al was deze brug wel erg gemakkelijk in elkaar te zetten. Alle ijzeren stukken hadden een nummer en zo konden deze gemakkelijk aan elkaar verbonden worden en de brug gebouwd worden.
Kort daarna arriveer ik bij Meyersdale (km 51 op de GAP) – er is een museum in het voormalige stationsgebouw waar ze pepsi en ijsjes verkopen. Ik trakteer mezelf op de cola want een ijsje lust ik niet (althans, lust ik wel maar ik heb last van brain freeze bij ijsjes). Voor meer eten moet ik afdalen naar het stadje.. ik twijfel en besluit eerst te lunchen eer ik mijn plan maak. Ik realiseer mij dat als ik afdaal er een kans in zit dat ik niet terug omhoog loop naar de GAP – die voeten willen dat dan echt niet meer. Andere optie is door hiken naar Rockwood, een kleine 20km verderop. Ik heb er een groot deel van de middag voor – dat moet lukken. De blaren worden nog een keer doorgeprikt en sta langzaam op. Het gaat geen snelle etappe worden, dat voel ik al.
Ik heb weinig om naar uit te kijken – het enige toeristische hoogtepunt is de brug over de snelweg – toegegeven, deze ligt best hoog met een mooie 360graden uitkijk maar ik was niet echt onder de indruk. Op dit moment heb ik de grootste moeite om niet teveel aandacht aan mijn voeten te geven, anders ga ik bij elk bankje zitten. Dus om de gedachten te verzetten luister ik podcasts – de “live”-podcast van de Olympische 10km schaatswedstrijd van Slimmer Presteren hield mijn hoofd koel terwijl de zon brandde.
Rockwood komt in zicht – zoals bij bijna elk dorp moet ik de GAP verlaten om een winkel en een slaapplek te vinden. Ik zit er behoorlijk doorheen en ben blij dat ik meteen aan de andere kant van de brug de Dollar General vind – dat is de winkel waar ik deze dagen op leef. Diner kopen bij de Dollar General is een uitdaging – het is net een Action, geen verse producten en het meeste zit in grootverpakking. Maar hé, ze zitten in de meest kleine plaatsjes dus ik ben er blij mee. Nu dus eerst eten kopen en dan hotel zoeken op mobiel. Ik klok de chocolademelk in één teug naar binnen en drink ook meteen een Gatorade op – het was toch best warm. Helaas heb ik geen bereik dus ik zal moeten rondvragen naar het hostel dat hier schijnt te zijn. Een kilometer verder vind ik het hostel met een papiertje op de deur dat je je moet melden bij het Cultuurhuis, 300m terug. Hmmm dat is gek want het Cultuurhuis staat te koop.. ik strompel terug en verstoor een vergadering om te vragen hoe het zit. Gelukkig blijkt de voorzitter de dochter van de hosteleigenaar te zijn en zij heeft wel bereik met haar telefoon – het is geregeld. Pfieuw ik kan weer 300m terug hinken en het allerbeste bed uitzoeken op de enorm grote slaapzaal.
Om negen uur lig ik koortsachtig in bed – het was een lange dag met veel zon en zere voeten. Hoe ik de komende dagen ga fixen, daar denk ik niet over na.. ik leef in het moment en fix waar ik dan last van heb.
Wedstrijddag vijftien
Voor dag en dauw sta ik naast het stapelbed – met wat gestrompel naar de keuken, badkamer en bed ben ik na een klein uur gereed om te gaan. Nog snel een laatste blik online voor de afstanden en slaapmogelijkheden voor de komende dag – hier heb ik nog wifi, buiten heb ik geen bereik meer. Langzaam hobbel ik het dorp uit, brug over en ik ben weer op de GAP. Mijn strategie is om na elk uur een bankje te zoeken en even te zitten, wat te drinken/eten en dan weer door. Elke stop kost mij niet alleen stoptijd maar vooral opstarttijd. Het opstaan van een bankje kost moeite, de drie passen onverhard naar het pad zijn lastig en dan moet ik weer ritme vinden op het pad met de rechtdoor stappen => na een kilometer heb ik er de gang weer in en 4 kilometer later mag ik weer een bankje zoeken. Een liedje zingen helpt, podcast luisteren leidt de aandacht af en stappen tellen houdt me ook bezig => alles om maar geen aandacht aan de voeten te besteden..
Mijn plan is koffie drinken bij Lucky Dog Café, bij Confluence (99km op de GAP) en door naar het toeristische dorp Ohiopyle (115km op de GAP). Weertechnisch is het geen beste dag vandaag – na een paar uur hiken voel ik de eerste grote druppels. Ik heb geluk want 100m verderop is een overdekte picknicktafel. Mijn rugzak gaat af en ik ga bovenop de tafel zitten – de regen klettert inmiddels zo hard dat de bankjes niet droog blijven. Ik kijk door de bomen en zie overal een donkergrijze lucht – dit duurt nog wel even. Ik pak mijn mobiel, speel een paar sudoku’s en het klaart nog steeds niet op. Dan kan ik mijn tijd beter nuttig besteden, mijn bivvy komt uit de zak en ik kruip erin.. ik neem een powernap boven op de tafel – heeeeerlijk! Blijkbaar was ik er aan toe.. als ik wakker wordt, is het iets opgeklaard en ik besluit mijn spullen in te pakken en verder te stappen.
Mijn koffiestop heeft vertraging opgelopen en ik kijk er dan ook enorm naar uit. Maar goed, ik ben er nog niet.. weer betrekt de hemel en even later komt het met bakken uit de lucht.. bummer, nu geen overdekte picknicktafel of tunnel. Ik schuil met mijn regenjas over mij en mijn rugzak in de luwte van een boom – het mag niet baten, de regen komt met bakken uit de hemel – dan maar door hiken om warm te blijven. Het is weer zo’n moment van veel zelfmedelijden.. dus ik pak mijn mobiel en maak een selfie – het is net of ik dan voor mezelf verantwoording moet afleggen, ik wil dit zelf en moet dan ook niet zeuren, en tadaa daar is mijn smile en ik kan weer even door. Want ik realiseer mij ook dat dit supergaaf is dat ik het kan en mag doen, dus slik ik mijn zelfmedelijden in want eigenlijk is er niets aan de hand..
Podcast op de oren en toch nog redelijk onverwachts ben ik bij Confluence en dus bij Het Café! Maar tja, het café mag dan een briljante naam hebben – helaas is deze in mei op maandag niet geopend – boehoe. Bereik heb ik ook hier niet dus ben ik afhankelijk van de bordjes om een alternatief te vinden, want ik wil heel graag opdrogen en een koffie.. Het dorp ligt meer dan een kilometer van de GAP af, maar het volgende dorp is meer dan 16km verderop en ik moet weer droge voeten krijgen (blaar-gewijs is dat veel fijner). Dus ik besluit het dorp in te gaan, nog steeds geen bereik en de café’s, B&B’s die ik op de offline kaart vind, zijn gesloten – een stil dorp. Aan een local vraag ik wat er wel geopend is, het blijkt Mitch’s te zijn – een burgertent naast het gasstation. Ik ben blij en huppel nog net niet naar binnen. Lekker warm, goede burger en gezelschap! Er zijn meer GAP-gangers die hier schuilen, de fietsers houden blijkbaar ook niet van de regen. Op internet zie ik dat het de rest van de middag en avond wisselvallig blijft met fikse buien. Daar heb ik geen zin in en ik probeer onderdak te vinden. Wel lastig, want ook in dit dorp heb ik geen bereik en kan ik dus niet bellen. Gelukkig word ik geholpen door trail angels en vind ik onderdak in een hostel. Bij de pharmacie van de lokale supermarkt vind ik Next Skin – eens kijken of de blaren wat meer kan beschermen. Het is een kortere dag dan gepland, dus lig ik al vroeg onder de wol en sta weer vroeg op. Het is routine geworden om elke dag de zon te zien opkomen.
Wedstrijddag zestien
Zou ik dan vandaag wel mijn koffie krijgen? Ik ben vroeg op weg naar Ohiopyle – een toeristisch dorp waar veel wild water kanoërs verblijven. Omdat ik het luisteren naar podcasts en muziek alweer een beetje zat ben, heb ik uit balorigheid een misdaadroman uit het hostel meegenomen; een halve kilo extra gewicht maar wie weet wat het met oplevert. Eerst wachten tot het licht wordt en dan sla ik het boek open – geniaal, het verhaal gaat over een hardloopster in het Shenandoah gebergte die aangevallen wordt! De GAP is een pad dat nagenoeg rechtdoor loopt, goed onderhouden is en breed genoeg om elkaar, zonder aan de kant te gaan, te passeren. Kortom, ik hoef amper op de omgeving te letten en kan rustig mijn boek al hikend lezen.
Het is bijna een teleurstelling dat ik in het dorp aan kom – bijna, want er is café letterlijk aan de GAP én deze is open én ze serveren échte cappu. Ik kan mijn geluk niet op, neem er een peanutbuttercup bij (een complete maaltijd aan calorieën) en bekijk de onderkant van mijn voeten. Een laag Next Skin zit over een groot deel van mijn voeten waar de blaren zitten – geen idee of het werkt, maar het boek én de koffie werken want ik wil al snel weer verder. Ik mag een kwartiertje lezen en dan moet ik om mij heen kijken want dit is werkelijk een prachtig stuk van de GAP – heel groene bomen en een snelstromende rivier rechts van mij. Elke mijl op de GAP is aangegeven met een paal – ik mag opletten want vandaag passeer ik mijlpaal 75, kortom dan zit ik op de helft. Het lijkt wel feest vandaag – alles zit mee!
Met een glimlach op mijn gezicht stap ik door naar Connellsville (142km op de GAP) – stevig stappen is het niet, maar het einddoel van vandaag staat vast. In deze stad mag ik een flinke omweg maken, maar dan heb ik wel verse groenten en fruit om te eten en daar word ik enorm blij van!
Wedstrijddag zeventien
De nacht in het motelbed was heerlijk en ik had moeite met opstaan. Radio aan en strompelend maak ik mij weer klaar voor deze dag. Geen idee of de Next Skin helpt maar ik hoef nu nog maar 2x per dag mijn blaren doorprikken en voor de rest “gaat het wel”. Het is een prachtige, mistige maar enorm koude ochtend dus ik stap al snel wat steviger door dan andere dagen. Het blijft fascinerend hoe je omgaat met pijn in de voeten – de kou vind ik nu dus blijkbaar vervelender zodat ik sneller doorstap dan andere dagen. Het eerste uur loop ik nog met hoofdlamp, ik was er bijtijds bij vandaag. Doel is West Newton (182km op de GAP) maar ik heb daar nog geen onderdak gevonden. Lunch in Smithton is het subdoel en dan zien we wel verder. Het boek werkt goed in de afleiding van de voeten en kilometers.
In Van Meter staat er een bord: Fresh brewed coffee – dat laat ik mij geen twee keer zeggen. Terwijl de koffie vers voor mij gezet wordt, haal ik vier fietsende broers over om hier een ijsje te eten. Het is een welkome stop aangezien ik nog geen koffie op heb deze dag. Ik overleg bij deze stop over overnachtingsmogelijkheden in de komende dorpen; conclusie: er is niet veel.
Smithton komt sneller dan verwacht. In dit dorp is er één café dat ook dienst doet als gokpaleis en bar. Hier werk ik mijn lunch weg onder de tl-buizen en in de herrie van de TV. Van deze omgeving word ik niet blij en ook niet van het feit dat in West Newton online geen onderdak te vinden is. Dit café heeft ook een paar kamers – ik besluit hier te overnachten. Om vier uur ‘s middags lig ik met mijn ogen wijd open te luisteren naar de herrie van het café. Ik baal dat het vandaag een korte etappe was, ondanks dat ik weet dat het goed is zo. Het maalt in mijn hoofd, nog twee dagen te gaan op de GAP en dan ben ik bij de finish. Maar vandaag had ik toch wel verder willen komen… hmmm, zal ik dan.. ik zet mijn alarm op mijn mobiel en val in slaap.
Wedstrijddag achttien
Ik schraap mijn spullen en moed bij elkaar en vertrek heel vroeg uit dit dorp. Gistermiddag is er een idee in mijn hoofd gekropen – ik ga vandaag finishen. Eigenlijk wil ik niet zo’n lange dag maken; elke dag ben ik zo moe en zijn mijn voeten zo kapot van het hiken en ben ik zo blij met elk bankje onderweg.. maar aan de andere kant, een dag minder op de voeten is ook grote winst! Dus sta ik om drie uur ‘s ochtends buiten met mijn hoofdlamp op en al mijn kleren aan. Vandaag moet het gewoon gaan gebeuren – dat wordt afzien maar ik ben er ook wel klaar mee. Om de finish te bereiken, mag ik vandaag 66km afleggen…
Afijn, als zoiets in mijn hoofd zit dan is het lastig om mezelf er vanaf te brengen dus kon ik maar beter doorstappen. De eerste uren is het pikkedonker en als ik langs West Newton loop is er even de hoop dat ik een cola uit een automaat kan scoren.. helaas, er worden alleen dollarbriefjes geaccepteerd. Ik ben enorm teleurgesteld – dat zegt iets.. blijkbaar had ik met reden enorme behoefte aan die cola. Het is lastig voor me om mij te concentreren op het pad, wat een beetje gek is want de GAP is een breed en vlak schelpenpad, niets moeilijks aan. Iets verderop is een bankje en dan weet ik het, ik neem een powernap. Hopsaa, dat was inderdaad wat ik nodig had.. met frisse moed sta ik op om door te stappen. Boek in mijn hand en af en toe blik op oneindig – op naar de finish.
Ik kom langs Boston (205km op de GAP) en weet dat daar een Dollar General zit – ik moet nog eten inkopen om de dag door te komen. Het dorp ligt iets hogerop maar mijn voeten vinden alles anders dan rechtdoor stappen op gladde ondergrond nog steeds niet prettig dus bereid ik me voor op een “niet zo fijn” stuk. Maar bij de afslag staat een reclame-bord van The Betsy Shoppe voor ontbijt op 50m afstand.. het zal toch niet? Als ik de blingbling-shop binnen stap, waan ik mij in een Brits theehuis en jawel, ze serveren ontbijt. Het is nog steeds somber weer dus bestel ik mijn eieren sunny-side up en geniet van een sterk bakkie koffie. Dit ontbijt doet me goed, ik koop nog wat repen en stap snel door – ik ben er nog lang niet.
Onderweg zie ik restanten van mijnen en veel verlaten huizen. Ik kom langzamerhand dichterbij Pittsburgh, ooit de grootste staalproducent in de US. De staalfabrieken zijn grotendeels verdwenen, of althans de industrie is verdwenen maar veel lege fabrieken en ruïnes staan er nog. Bij McKeesport treft Brian mij, hij komt net op de fiets terug van de anderen. Hij helpt mij door dit gekke stadje met wietluchten en verbaast zich dat ik een fysiek boek lees. Als hij er dan achter komt dat ik het lees terwijl ik aan het stappen ben, snapt hij er niets meer van.. Ik ben blij dat hij mij door dit minder leuke gedeelte van het parkoers geholpen heeft – op mijn gps had ik de weg wel gevonden, maar het was een vies en lelijk stuk van de route.
Ik stap verder, het is warm en ik kom nog meer lelijke stukken tegen – geen eten, geen drinken en geen mooie dingen onderweg. Toch blijf ik moedig verder stappen, ergens ver in de verte lonkt de finish. Ondertussen heb ik Janice gewaarschuwd – zij zal vanavond bij de finish staan. Ondertussen ben ik blij dat ik niet wist dat dit zo’n lelijk deel van de route is en ook ben ik blij dat ik hier niet ‘s nachts in mijn eentje ben.. Inmiddels loop ik over verlaten industrieterrein, treinen denderen voorbij, aan de andere kant van de rivier zie ik stoomwolken uit fabriekspijpen opstijgen – ik blijf om me heen kijken, zoveel te zien. Dan ontwaar ik een rollercoaster; nauwelijks zichtbaar, maar ik loop langs een pretpark. De rollercoaster – vandaag is een rollercoaster, mijn trip was een rollercoaster en mijn herstel zal vast ook een rollercoaster zijn => er zijn mooie en toffe momenten en er zijn momenten dat het minder comfortabel voor lichaam en geest is.. maar hé, als er niets aan de hand is, mag je niet zeuren want je hebt er zelf voor gekozen.
Het wordt drukker op de GAP met fietsers en een verloren wandelaar – ik kom dichterbij Pittsburgh. Aan de rand van de stad staan de staalfabrieken niet meer, deze zijn vervangen door bedrijven vooral op het gebied van kennis, service en zorg zijn ze goed. Ik ga een laatste keer de rivier over en eindelijk zie ik de contouren van de stad, ik pink een traan weg – bijna ben ik bij de finish.
Na de brug gaat het pad linksaf, het lawaai is oorverdovend en het stinkt. Het overvalt me – ik zit middenin de stad, midden tussen verschillende snelwegen die aan alle kanten voorbij razen. Ik herpak mij – ik hoef nog maar een paar kilometer te gaan… ik slof door en voel me overmand door zoveel prikkels, ik ben dat niet meer gewend. Nog een keer mijn rugzak goed op mijn rug vast zetten, ritme vinden in een stevige pas en op naar de finish. De GAP loopt omlaag, het kan me nu niet deren dat het pijn doet aan mijn voeten – ik ben er bijna. De laatste kilometer is langs de rivier, gelukkig is het hier een stuk stiller. De finish is in Point State Park, bij de grote fontein waar drie rivieren bij elkaar komen. En dan zie ik Deca, de hond van Janice en Wayne, spontaan springt ze tegen mij op. Nog 50meter naar het medaillon in het trottoir en daar kan ik mijn horloge stilzetten. Yesssss – ik ben er! Een beetje beduusd kijk ik om mij heen; ik kan het niet geloven – ik kijk naar de fontein, ik kijk naar de mensen in het park en realiseer mij dat zij geen benul hebben wat ik gedaan heb.. het geeft niets, ze hoeven het niet te weten – ik vier mijn eigen feestje en drink dankbaar de koele chocolademelk op.
17 dagen – 12 uur – 46 minuten duurde mijn avontuur => een prachtig avontuur met af en toe lastige momenten, maar wat was het mooi en wat heb ik genoten onderweg. Maar nu mogen de voeten omhoog en mag ik nagenieten en dat vind ik helemaal niet erg…
STATS:
Loop: 250KM in 5,5 dag (bruto, dus inclusief stops voor eten kopen, overnachtingen en detours)
#sponsoralert ik ben niet gesponsord voor het lopen maar ik ben grote fan van de Slimmer Presteren Podcast en zij volgen mij altijd op de voet, dus heb ik gelopen in hun shirt en hun mok gebruikt voor mijn ontbijtjes van havermout en coffee-to-go’s