In de afgelopen dagen had ik ook bedacht dat ik de kustroute als een FKT-triathlon wilde afleggen. FKT staat voor Fastest Known Time en komt regelmatig voor in ultraland. Dan loop je een bepaalde route en zet je de snelste tijd neer, dit kunnen routes zijn van 50KM of 1000en KM. Er bestaan bijna geen FKT-triathlons en al helemaal niet in Nederland (althans ik kon ze niet vinden). Een spelregel is dat je van de route mag, maar daarna moet je op hetzelfde punt de route weer oppakken. Dus wandel ik naar de plek waar ik de dag ervoor met de fiets te route verlaten had. En daar start ik met hardlopen – mijn laatste onderdeel van de kustroute-triathlon.
Wetende dat ik weinig tegen zou komen onderweg, had ik vandaag niet mijn zinnen gezet op koffie met croissant. Vandaag is het doel simpel: doorgaan. Mijn ritme was 30min hardlopen en 5min wandelen. Tijdens het wandelen kan ik dan drinken en eten. De zon komt langzaam op, het is windstil en doodstil op straat. Het loopt eigenlijk best lekker en ik kan het ritme behoorlijk goed volhouden. De lucht is strakblauw en de zon begint al aardig te branden.
De route loopt kronkelend door wat dorpjes richting de dijk. Daar zwalk ik af en toe tussen de schapen en hun poep door. Ik probeer los te laten hoeveel blokken ik hardgelopen heb – het zegt namelijk niets. Ik onthou alleen wat ik de keer daarvoor gegeten heb en wat ik die keer wil gaan eten. In de verte zie ik Delfzijl en ik houd me bezig met voorspellingen hoeveel blokken ik nog moet lopen voor ik in het centrum ben. Het is een voorspelling die nergens op slaat want ik heb geen idee hoe groot Delfzijl is en ik weet niet eens of ik wel door het centrum loop. Maar het houd ik mij mentaal bezig. Ook bedenk ik mij dat ik in Delfzijl vast een kerkklok zal zien en weet hoe laat het is en dus schattingen kan maken hoe lang mijn dag zou kunnen duren. Ook die schattingen slaan nergens op en alles rond ik af naar boven want ik weet dat ik vandaag geen negatieve split zal lopen (dat wil zeggen de tweede helft sneller dan de eerste helft). Ik loop Delfzijl binnen en inderdaad zie ik een kerkklok; mijn hoofd doet goed mee want ik prent mij in dat het helemaal niet vanzelfsprekend is dat het ook daadwerkelijk zo laat is als dat de klok aangeeft.. Het lijkt erop dat ik niet door het centrum loop, dus bepaal ik zelf een moment waarop ik vind dat ik middenin Delfzijl ben. Nu achteraf weet ik niet of mijn voorspelling klopte en het doet er ook niet toe – het gaat om het afleiden van datgene waar ik mee bezig ben. Net buiten Delfzijl sta ik een kwartier stil voor een brug – ai, het zakt in mijn benen.. maar ik pak het ritme weer op en voor ik het weet ren ik weer op de dijk. Het gaat inmiddels wat langzamer en ik krijg het steeds moeilijker om na de wandelpauze weer te gaan rennen. De dijk slingert oneindig ver voor me en ik heb naast de schapen en af en toe een fietser weinig afleiding.
Dit is een moment om me te herpakken – ik kan doorgaan maar wat gaat mij dat opleveren? Mijn doel is doorgaan en dat betekent dat ik niet stil wil staan na een stukje hardlopen. Dus zeg ik tegen mijzelf dat ik een uur mag gaan wandelen; ik ben geen wandelaar dus dat is niet eens een fijne oplossing maar als ik wandel, ga ik wel vooruit.. Inderdaad ik vind het een strijd om een uur te wandelen want het gaat me niet gemakkelijk af. Op de dijk kijk ik vooruit en zie het volgende hek en ik bedenk mij dat ik dat wel kan hardlopen zonder in te storten.Dus ren en wandel ik afwisselend van hek tot hek. Mijn doel is om dat 5x te doen en dan wel weer verder te zien. En warempel, ik vind opnieuw een ritme. Maar helaas, binnen die 5x leidt de route mij van de dijk een oneindige polderweg op. Mentaal een kleine knauw maar ik herpak me snel en vind een nieuw ritme in 5min hardlopen en 5min wandelen en daarbij probeer ik van te voren in te schatten waar ik moet stoppen. Het houdt me goed bezig en ondertussen gaat het prima met de meters. Het is midden op de dag, brandende zon, 0 schaduw en niets om naar uit te kijken. Dat zijn de ingrediënten die ik verwacht in Amerika – oneindig doorgaan in een oneindig landschap onder stinkend warme omstandigheden.
En plots is er een linksaf in mijn route en ga ik weer terug naar de dijk, terug naar de schapen en enkele fietser en terug naar de hekken. Ik pak het oude ritme weer op en begin stiekem na te denken over mijn kilometer-score.. waar zou ik zitten, hoe ver zou het nog zijn naar het eindpunt.. Die gedachten probeer ik los te laten en ik probeer vooral de verleiding te weerstaan om op mijn horloge te kijken wat de stand van zaken is. Ik draai het om en begin mezelf te complimenteren dat ik zo goed bezig ben. Dat ik mijn ritme heb kunnen verleggen en dat ik kan blijven doorgaan. En oh ja, ik heb niet eens blaren.. Pats, dat was de verkeerde gedachte. Nog geen kilometer later voel ik het vocht tussen mijn tenen van mijn rechtervoet lopen. Euhm en eigenlijk is het heel ongemakkelijk met een stekende pijn. Schoen uit, sok uit, sok opnieuw goed aan trekken, schoen opnieuw goed aantrekken en mwah.. het gaat toch eigenlijk niet. Schoen weer uit, zooltje eruit, schoen weer aan en mwah.. het gaat toch eigenlijk niet. Schoen weer uit, zooltje er weer in, sok uit en schoen weer aan. Ahaa, dat is de oplossing voor dit moment.. ik kan weer een stukje hardlopen. Als ik wandel dan zie ik een rood bloedstraaltje op de achterkant van mijn schoen – kak, achterkant hiel open gelopen. Sok erin draperen en dan verder wandelen. Hardlopen gaat niet zo fantastisch met dat losse sokje.
Maar ondertussen heb ik zicht op een sluizencomplex..zou dat? Nu ik loop te klooien met blaren mag ik op mijn gps kijken en joechee, ik zie dat ik nog maar een paar kilometer van de Duitse grens verwijderd ben!! Het einde is in zicht, het maakt het wandelen nog niet veel gemakkelijker maar de gedachte dat ik straks mijn schoenen uit mag doen geeft vleugeltjes. Het was even bijten, ook die laatste kilometers maar dan sta ik er toch. Ik tik ‘m aan – de Duitse grens, het einde van de Nederlandse Kustroute. In totaal heb ik ruim 13KM gezwommen, 737KM gefietst en vandaag 50KM gelopen. Een FKT van 4 dagen, 23 uur en 15 minuten op de triathlonversie van de Nederlandse Kustroute.