Categorieën
Geen categorie

Tranen bij de finish

The Oner gefinished, dat was onverwachts!
82 mijl met 2228 hoogtemeters in 24 uur finishen is de opdracht van The Oner; dat betekent 5,5KM per uur. Hoe moeilijk is dat? Moeilijk genoeg als bij normale omstandigheden slechts de helft van het veld op tijd binnen is. Waar zit ‘m de crux?

Na onze verkenning in februari begon ik te twijfelen aan mijn doel (finishen).  Het zou werken zijn om binnen de 24 uur te finishen. Dat kustpad in het zuiden van Engeland is niet alleen supermooi maar ook superpittig; op en neer en steil en smalle paadjes. Bovendien had de regen voorafgaand aan onze verkenning het parkoers in een blubberbende veranderd – dat haalt de snelheid drastisch uit je lopen. Maar de hoop was er, dat er minder modder zou zijn in april!

Naarmate the Oner dichterbij kwam, kwamen van verschillende kanten de berichten/foto’s/updates dat het parkoers er erg modderig bij lag. De weersvoorspellingen voor het race-weekend waren niet best. Regen werd voorspeld, veel regen.  Doel was finishen, maar was dat wel realistisch..?

Van horen zeggen (ahum Koen..) was de eerste helft het makkelijke deel en zo zag het er op het hoogteprofiel ook uit. Mijn strategie was om in dat stuk mijn diesel te pushen om een buffer aan tijd op te bouwen voor het zwaardere tweede deel. Finishen leek me niet reëel met al die modder; maar 2/3 klonk haalbaar en zou ik heel tof vinden. Onderweg zijn er totaal 11 Check Points (CP’s); Brutal vriend Jim was crew en stond op CP1, 7 en 11. Mijn bijgestelde doel werd binnen de cut off bij CP7 zijn, dan kon ik nog vertrekken naar CP8 – het zwaarste deel van het parkoers in het holst van de nacht. Afijn, tot zover de strategie en mijn aangepaste doel…dan nu het verhaal.

Korte versie: het was afzien, modder tot de enkels waarin je je schoenen verloor, kiezelstrand waarop je jezelf makkelijker ingraaft dan dat je vooruit komt, je pad vinden in het pikdonker zonder enkel oriëntatie-punt, steile hellingen waarbij je blij bent dat je stokken hebt om jezelf omhoog te trekken en om jezelf tegen te houden bij het afdalen en werken tot en met het laatste moment om binnen de cut off te finishen.


Voor de lange versie moet je echt even gaan zitten, een kleine 2000 woorden over mijn 24uur-durende avontuur.

Head Quarters (HQ): De briefing van race-ochtend leerde ons dat er inderdaad modder lag, veel modder op het parkoers. Het weer was regenachtig, dus dat kon ’s nachts koud zijn vooral met de wind erbij. Oef, toch maar extra laagje in de toch al propvolle rugzak. Vanaf HQ werden we naar de start gebracht in busjes – de regen werd minder, ik zag blauw in de lucht en het laatste weerbericht werd gedeeld: droog tot morgenochtend als je richting finish gaat. Dat klonk goed en de wind kwam ook uit de juiste richting (van achteren). Wat een mazzel!


Start – CP1:

Exact om 12:00 klinkt het startschot en we vertrekken heuvelaf – dat is fijn, dan kan ik ontspannen warm lopen. Zonnetje erbij en lach op het gezicht. Binnen no time door kruizen we al de eerste moddervelden – natte voeten, die zal ik wel een tijdje houden. Bergop werd het al snel zweten – niet zeuren, geniet ervan zo lang het kan. In de beklimmingen her en der een praatje, in de afdaling geef je ieder de ruimte.


CP1-CP2:

Op CP1 is het druk – ik roep “Number 21 please” (de crew streept mijn startnummer door op de bingo-kaart – veiligheidsding), vul mijn flessen, pak een bekertje cola, roep “Jim, see you at CP7” en rende weg.

Kathi 1 - geen-categorie - Tranen bij de finish
Mijn diesel begint meestal warm te draaien als ik zo’n anderhalf tot twee uur onderweg ben. Dus geduldig wacht ik af, ondertussen loop ik te wrikken met voorvoet- en haklanding, zijwaarts klimmen, achteruit wandelen..de dieselmodus blijft uit.. Ik blijf werken, trek mijn schoenen stap voor stap uit de modder, met ferme stappen druk ik mijn profiel in het natte gras in de afdaling, probeer lichtvoetig over de kiezels te dansen en blijf genieten van het zonnetje.


CP2-CP3:

De cola doet goed, mijn maag rommelt en protesteert een beetje tegen de sportvoeding. Ahum nu al, misschien de warmte of misschien mijn dag niet? Loslaten die gedachten, geniet van de omgeving, zoek afleiding. Voor mijn gevoel ga ik heel traag, maar ik ben aan het stuivertje wisselen met de rest van het veld. Dat is een goed teken, meestal gebeurt dat pas vanaf de helft van een event.  Ik maak dankbaar gebruik van een onofficiële CP op een parkeerplaats – supporters van een deelnemer  hebben wat meer cola en wine gums ingeslagen dan nodig en delen die uit aan deelnemers.  Fantastisch toch?!


CP3-CP4:

Op CP3 vraagt iemand hoever we vanaf de cut-off zitten; ik negeer het antwoord, eet wat chips en drink mijn cola op. Flessen weer gevuld en op naar CP4 op Portland.

Mijn diesel doet het nog steeds niet – slecht gaat het niet, maar het is ook verre van soepel. Ik pin mijn blik vast op voorgangers en merk dat ik af en toe iemand kan oprapen, dat geeft me spirit. Een paar keer loop ik mis en moet ik dezelfde personen weer inhalen – ach wat, het is nog lang en het houdt me scherp. Voeding gaat niet zo goed en af en toe gooi ik er wat uit – niet veel maar wel vervelend genoeg (gelukkig kan ik door blijven rennen – ahum). Tegen het einde van dit deel zit een stuk asfalt – eindelijk een constant tempo hobbelen. De benen zijn al enorm zwaar van vermoeidheid maar ik heb een missie – elk stuk asfalt rennen. Op die stukken kan ik tijd goed maken; het hoeft niet snel maar wel doorgaan. Het hobbelen geeft druk op de maag en ik hoop snel een beschutte plek te vinden om wat kwijt te kunnen..oepsie..


CP4-CP5:

CH4 is HQ (en CP6) en het is er druk. Koen vertrekt net en vraagt of hij zal wachten om samen te lopen. Ik geef aan dat ik niet lekker loop en in mijn bubbel zit, dat wil zoveel zeggen als dat ik héél ongezellig gezelschap ben (ik ken mezelf).

Vanaf hier ken ik grotendeels het parkoers dus dat geeft vertrouwen. Bij het verlaten van CP4 roept een binnenkomende renner me enthousiast toe: “You have overtaken loads of runners!” Euhm, inderdaad hij komt nu aan en ik heb een tijd in zijn buurt gelopen – hopsa, dat geeft weer een boost.  Het parkoers gaat voornamelijk heuvelafwaarts richting de vuurtoren op het zuidelijke punt van het schiereiland, dat loopt lekker.


CP5-CP6:

Hmm zie ik daar in de verte Koen wandelen? Nah, dat kan niet..hij moet verder voor mij zitten..maar hij is aan het wandelen waar de rest aan het rennen is.. Ik passeer Koen, vraag hoe het gaat en tja met ons allebei gaat het niet geweldig dus ik ren door. Achteraf blijkt hij bij CP6 uitgestapt te zijn – iets met verstandig zijn en switch van de mindset. Hij heeft zich aangesloten bij de crew en is de nacht doorgegaan met het helpen van de organisatie (lees ook zijn blog daarover). Halverwege de klim terug naar CP6 (HQ) moet de hoofdlamp aan – ik ben aan het rekenen, voor zover ik dat kan. Twee dingen had ik onthouden; overall cut off is 24 uur op CP12, cut off voor CP4 was 20.30 – het moment dat de zon ondergaat. Ik ben nu in de klim naar CP6 en de zon is ondergegaan – hoppa!


CP6-CP7:

Het is weer druk op CP6 (CP4/HQ). Op deze post kun je een warme maaltijd eten, liggen de tassen om je rugzak bij te vullen voor deel twee en kun je kleding wisselen. Ik besluit mijn sokken te wisselen – wetende dat ze binnen no time weer nat zullen zijn, maar wellicht scheelt het kiezels en zandkorrels in de schoenen. Ik trek langzaam de sokken van mijn voeten – geen fijn gevoel. Ik kijk naar de onderkant van mijn voeten, dat had ik dus niet moeten doen…enorme blaar onder een van mijn hakken.. Schone sokken aan, schoenen aan en proberen te vergeten wat ik had gezien.  

Veel asfalt richtinc CP7, dus ik schakel naar mijn hobbelmodus. Op de boulevard van Weymouth hoor ik gejoel, het is het uitgaanspubliek dat reageert op een groepje renners die wandelen. Ik blijf hobbelen en heb mijn blik op hen gefixeerd. Heel veel sneller dan snelwandelen ga ik niet maar einde van de stad heb ik ze ingehaald. Nu niet inkakken anders halen ze mij weer in..goed voelt mijn lichaam nog niet maar mentaal kan ik doortrekken.


CP7-CP8:

Het is fijn om Jim te zien – een kleine overwinning, dit was mijn bijgestelde doel! Ik blijf in mijn “push-modus” – dat wil zeggen, korte stops en blijven gaan. Flessen vullen, cola drinken, stukje cake en door. In het donker lopen – het is zó gaaf! Voor mij dansen de glow-sticks van andere renners en ik zie hun hoofdlamp over het landschap glijden. Dit deel ken ik – lastig met de modder maar ik kan het opdelen in stukken en hoef niet heel erg op de route te letten.  Wel moet ik op mijn voeten letten – die blaar ik kan m niet loslaten, aandacht geven dus. Welke scenario’s heb ik? Stuk prikken is geen optie (teveel viezigheid). Afplakken wordt lastig  want second skin en tape houden het niet op natte voeten, doortapen tot boven de enkel en daar tape op tape zetten zou mijn beweging beperken. Ik kom er niet uit, dus loslaten en proberen zo gewoon mogelijk te blijven lopen – uiteindelijk is het slechts een blaar, ongemakkelijk maar geen groot issue.


CP8-CP9:

Kathi 2 - geen-categorie - Tranen bij de finish
CP8 is weer druk, ik heb wat renners opgeraapt onderweg en de groep zit mij nog op de hielen. Iets langer blijven staan voor cola, ik laat de thee aanlengen met koud water en pak wat cakejes. Nu komt er een deel dat ik niet ken – bij de verkenning kwamen we net niet tot het zwaarste deel van het gehele parkoers. Uitdagend stukje dus, maar hé ik was op tijd binnen bij CP8 en ging dus verder in de race dan dat ik verwachtte.

Stikdonker is het – achter drie anderen loop ik de goede kant op. Het gaat lang berg op, twee lopers versnellen wat en eentje valt terug. Ik ben langzamer met klimmen maar durf wat harder naar beneden dus ik ben met die laatste loper aan het jojo-en. Twijfel bij een rechtsaf, we kijken naar beneden…dat gaat steil, heel steil naar beneden en we horen de golven onder ons.. maar er is geen ander pad, dus naar beneden klauteren terwijl het geluid van de golven luider wordt – misschien is het maar goed dat het donker is.. In de afdaling blijf ik stappen zetten, kleine stappen maar de gedachte is door-door-door. Ik push mezelf vrij hard en mijn eten komt er in delen weer uit – ik push dus iets te hard, maar ik wil zo graag..ik wil zo graag zo lang mogelijk door!



CP9-CP10:

De crew is fantastisch – ze halen me binnen alsof de koningin ben! Ze vullen mijn bidons, kijken in mijn ogen en zeggen: “Je zit anderhalf uur binnen de cut off – je gaat het redden, ga niet te hard maar blijf wel doorgaan.” Het doet me goed maar geloof er niet in – eten komt er nog steeds uit en als er modder ligt dan ga ik zo langzaam.. Maar hophop, ik ga door – dit deel ken ik weer. Het einde van de nacht is in zicht; ’s nachts lopen is gaaf maar de zonsopgang is zo mooi..alles wordt wakker om je heen, vogels beginnen te fluiten – een nieuwe dag met nieuwe kansen.


CP10-CP11:

De crew van CP10 geven me weer een boost; kopje thee en fijne woorden op een van de mooiste plekken langs het kustpad. Ik start een deel van het parkoers dat ik niet ken –ik kak in, ik probeer gelletjes te nemen want heel veel calorieën heb ik nog steeds niet binnen, het gaat goed zolang ik maar niet ga rennen. Ik weet dat ik zou moeten kunnen finishen zonder me heel druk te maken, maar kan dat toch niet echt bevatten – bang dat er toch nog ergens een modderstuk is en ik niet meer vooruit kom. Dus op de limiet doorgaan, snel hiken bergop en rustig hobbelend met kleine stapjes bergaf. De laatste CP is niet ver meer en daar staat Jim me op te wachten. Net voor het CP nemen een loper en ik de verkeerde afslag, we komen beneden op het strand uit.. De loper baalt als een stekker dat hij mij de verkeerde weg heeft gewezen; maar hé, dit is ultra lopen, het kan niet altijd goed gaan en ik ben zelf meegegaan met hem.


CP11-Finish line:

Ja, daar is Jim! Ik word blij en ook een beetje emotioneel – het begint door te dringen dat ik ga finishen. Cola drinken, flesjes vullen, twee gelletjes gebietst en een dubbel portie van JP’s nuts voor onderweg! Laatste deel met nog één echte heuvel en dan naar beneden naar het strand naar de eindstreep.  Heuvelop gaat nog prima maar heuvelaf – alles voelt oncomfortabel dus ik daal rustig af, mezelf tegenhoudend met behulp van mijn stokken zodat de schokken minder gevoelig zijn. De laatste KM’s zijn over het strand – ik zou graag nog willen rennen maar ik kan echt niet meer – het strand lijkt ellendig lang en ik begin te twijfelen of ik het wel red binnen de cut off. Totale nonsens maar dat strand schoot maar niet op. 
Kathi 3 - geen-categorie - Tranen bij de finish
Net voor het einde staat Kathi op het strand – de fotografe die graag een foto van mij wilde hebben waarop ik niet aan het lachen was (een Double Brutal-dingetje). Een grote lach komt op mijn gezicht, ik zeg: “Kathi, I’m sorry I’m smiling cause I’m so happy to see you!”. Kathi neemt de foto en het moment erna rolt er een traan uit mijn oog – ik ben er bijna.. De vlonder naar de finish is één grote blur – ik probeer mijn tranen in te houden, maar het lukt niet..ze stromen over mijn wangen. Potverdrie wat was dit een lange helse tocht en wat ben ik blij dat ik, tegen mijn verwachtingen in, op tijd bij de finish ben!
IMG 7416 - geen-categorie - Tranen bij de finish

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *