Zo voelde ik mij in de bergen van Vindelfjällen in Zweden. Ik ging een retourtrip Hemavan – Ammarnäs (Lapland) maken. Na mijn week voor Vasa Sport in Lapland zou ik in mijn eentje dezelfde huttentocht terug gaan. Mijn eerste keer alleen Back Country skiën dat was best spannend. Het voelde een klein beetje als vals spelen omdat ik de hutten en de omgeving al gezien had. Maar dat deerde niemand aan het thuisfront – ze vonden het allemaal heel stoer wat ik ging doen.
Afijn, daar stond ik dan in Ammarnäs na het uitzwaaien van de supergezellige groep van Vasa. De week was goed geweest, prima weersomstandigheden, mooie dingen gezien en veel lol gehad. Mijn volgende avontuur zou alleen zijn – zou het saai zijn en stil?
Mijn trip zou grotendeels dezelfde weg terug zijn. Het was een relatief korte dagtocht met hoogtemeters naar de Aigertstugan. Het was sinds tijden aardig weer dus de sneeuwscooters raasden om mij heen in de eerste KMs. De laatste kilometers waren met fikse tegenwind – dat vermoedde ik al omdat we de dag ervoor naar beneden geblazen waren. Stügvärd Gunnar stond me al op te wachten; hij vond het leuk om weer gezelschap te hebben.
In zijn stugan kwamen maar weinig mensen; om de hut te bereiken moest je behoorlijk wat hoogtemeters maken; hondenslee’s kwamen daarom daar niet vaak en snowscooters waren verboden. De hut was dan ook koud, heel koud. In de gemeenschappelijke ruimte werd het niet warmer dan 8 graden. Mijn eigen kamer kon ik wel warm krijgen dus werd het slow cooking op mijn eigen kachel.
Ongelofelijk, na een winderige nacht was het de volgende ochtend het windstil! Een licht doorbrekend zonnetje en ik kon zien waar ik heen ging – nog meer hoogtemeters om de hoogste en langste etappe van de week af te leggen. De avond ervoor waren er meer gasten gearriveerd dus was ik niet de enige die verder trok deze ochtend. Wat was het prachtig om mij heen – terugkijkend in de richting waar ik gestart was en vooruitkijkend naar daar waar ik naar toe wilde. En er tussenin alleen maar besneeuwde heuvels, bergen, valleien – dit is genieten, dit is waarom ik dit doe. In deze overweldigende witte wereld voel ik mij klein en nietig. Alles is hier groots en overweldigend en ik mag hier doorheen trekken, mijn weg zoeken en spoor maken.
Tot de eerste shelter was ik stuivertje aan het wisselen met een Zweeds stel en twee oudere vriendinnen met een enorm schattig hondje. De shelter was ingesneeuwd dus was het even werken om de deur vrij te krijgen. Maar het was fijn om beschut te zitten. Het was mooi weer maar ik had net een half uur fikse wind+hagelachtige sneeuw gehad op dit hoogste, onbeschutte punt van de route. Met moeite kon ik de shelter vinden met de sneeuw die op mijn bril bleef plakken. Gelukkig lag het toilethutje wat meer in het zicht dus wist ik dat ik dichtbij moest zijn.
Vanaf deze shelter koos ik mijn eigen pad – zuidkant van de berg, Met de opkomende bewolking was het lastig navigeren in de witte wereld. Hoogteverschillen waren niet te zien, alleen te voelen. Maar met kaart en kompas bleef ik op mijn uitgezette route. Na de berg gerond te hebben kwam ik weer in de berkenbosjes en had ik zicht op de volgende hut: Servestugan. Slalommend om de berkenboompjes ging ik het dal in. Op weg naar Piriena, die de warme saft weer klaar had staan.
In de hut werd druk gekookt door vrienden van Piriena. Ze bleken royaal gekookt te hebben dus ik mocht aanschuiven voor heerlijke maaltijd met verse groenten, wijn en het toetje waren mijn stroopwafels. Die avond kregen we een niet zo best weerbericht binnen; de volgende dag zou het stormen. Mijn route ging over een open hooggelegen gedeelte en de wind was tegen. De volgende ochtend bleek wel dat het geen optie was om te vertrekken. Het werd een hangdag met veel suddoku’s en patiencen.
Het slechte weer zou volgens de voorspelling nog even aanblijven met veel wind maar het stormachtige was er de daaropvolgende dag pas vanaf tot 11.00uur. Kortom, vroeg aan de bak om voor elven over de hoogvlakte te zijn. De ochtend begon grauw maar met goed zicht. Na een paar kilometer kwam ik in de buurt van de hoogvlakte en begon de wind aan te trekken. Ik stopte om mijn skibril op te zetten en alle ritsen dicht te trekken van mijn broek en jas. Dat was op het juiste moment want toen ik verder ging, begon het te regenen, hard te regenen. Binnen drie minuten was ik doorweekt en liep ik te soppen in mijn schoenen. Nu moest ik in beweging blijven want die ijzige regen was erg koud. Gaan dus en in een ruk door naar Tärnasjöstugorna – vijf uur verderop.
Af en toe waaide ik bijna om vanwege de wind en de natte sneew maakte het extra zwaar om te sporen. Opkijken deed ik bijna niet want dan striemde de koude regen in mijn gezicht. Stokken vasthouden deed ik ook niet want ik wilden mijn handen in knuistjes houden om ze warm proberen te houden. Dit was afzien en de enige uitweg is doorgaan en blijven bewegen. Het hoort erbij; de ene dag krijg je prachtige vergezichten voorgeschoteld en de andere dag moet je strijden voor elke meter vooruit. Kortom, dit is stiekum ook genieten!
Bij Tärnasjöstugorna aangekomen was het fijn om te horen dat de sauna meteen opgestookt werd; daar was ik wel aan toe. Het was een weldaad in de sauna; die warmte en ontspanning deden mij goed. Samen met Mette en Bente nam ik de dag nog eens door. Dochter en moeder (70!) zijn al vier weken onderweg van Abisko (noordelijkste punt Kungsleden) naar Hemavan. Dit was de meest zware, helse dag vonden zij.
De wind bleef maar het zonnetje brak steeds meer door – de volgende dag werd een feestje met een groot deel vlak over het meer en aan het einde wat hoogtemeters maken voor ik bij mijn favoriete hut, Syterstugan, uitkwam. Onderweg maakte ik een sneeuwbankje om rustig mijn thee te drinken en wat te snacken. Wat een luxe en wat een genot om zicht te hebben en af en toe de zon te voelen – dat had ik gemist de laatste dagen.
Syterstugan ligt op een mooie plek; uitzicht op mooie pieken en de vallei in, klein beetje beschut door berkenbosjes en je kan er heerlijk in het zonnetje zitten. Hier zou ik een dag blijven – lekker genieten van de omgeving en een tochtje naar de gletscher maken. De dag begon met een mooie zonsopgang waarbij de omliggende bergen roodkleurden door de vuurbal aan de horizon. De zon bleef dus kon ik genieten van een dagtocht met verre uitzichten en ontspannen dalen door sneeuwkommen.
De wafels lonkten – de volgende dag trok ik verder naar Viterskalstugan. De laatste dag van het seizoen dat de wafels gebakken worden dus ik wilde wel op tijd zijn. Dat kostte geen moeite; het weer was goed en ik had een perfecte doorsteek vanaf het hoogste punt naar de schuilhut. In de beschutting (het was toch nog -15graad) kon ik wat drinken en snacken voor ik aan het laatste deel zou beginnen.
Het deel waar ik op de heenweg zo weinig van had gezien door wind en laaghangende bewolking. De smalle vallei waar de pieken hoog boven je uit steken werd helaas niet helemaal vrijgegeven door het wolkendek. Maar de restanten van lawines deden je wel realiseren dat het toch serieus hoog was om je heen. Royaal op tijd zat ik aan de vers gebakken wafel. De zon brak steeds meer door die deed goede zaken voor de temperatuur. Een middagtochtje vanuit de hut lonkte dus trok ik de schoenen en skies weer aan. Inmiddels was de laaghangende bewolking verdwenen en had ik uitzicht richting de bergen van Noorwegen die in het zonnetje lagen te stralen. In de klim die een uurtje duurde heb ik 30 foto’s gemaakt van het uitzicht (vandaar dat de klim een uur duurde..). En terugkijkend was het fenomenale uitizcht niet terug te zien op deze 30 foto’s maar het uitzicht staat wel in mijn geheugen gegrifd. Afdalend zonder rugzak was een kadootje – knisperende sneeuw onder de skies en mijn eigen ‘oehh’ en ‘aahh’s bij het wel of niet lukken van een telemarkbocht was het enige wat ik hoorde.
Laatste dag – laatste afdaling naar Hemavan; alhoewel…het was niet alleen maar afdalen, maar de zon en blauwe hemel maakten veel goed. Bij elk klimmetjekeek ik uit naar het vernieuwde uitzicht op de Noorse bergen, het grote meer Tängvattnet en het vliegveld van Hemavan. Langzamerhand kwam ik weer in bewoonde wereld en moest ski-pistes doorkruizen. Twee dames, Anne en Margereta, had ik de hele dag voor en achter mij gehad. Zij gingen nog voor een laatste stop in de stilte en de sneeuw en ik mocht naast hen op hun sneeuwbankje zitten. De warme drank werd vergezel d met stroopwafels – de laatste exemplaren gingen er goed in. De afdaalmeters naar het dorp waren fiks naar beneden en al ploegend kwam ik precies onder het bord van de Kungsleden tot stilstand. Terug waar ik twee weken eerder gestart was, terug in de bewoonde wereld. Het was resetten met drukte in het dorp, veel mensen op de skipistes en lawaai van auto’s. Althans zo voelde het na twee weken stilte voor mij, het was nog steeds maar een dorp en een klein skigebied met een paar liften.
Één reactie op “Groots en overweldigend voelde alles om mij heen”
[…] Witte wereld bij Vindelfjällen tijdens mijn huttentocht 2017 – lees mijn blog […]